Deze zomer publiceerde ‘De Raad voor Onroerende Zaken’ een nieuwe model huurovereenkomst van een autobox/ parkeerplaats. Tevens heeft de ROZ (tegen een geringe vergoeding) een Engelse vertaling beschikbaar gesteld, naast een handleiding ter toelichting. Wat valt op?

De huurovereenkomst bestaat uit 22 artikelen, bevat geen afzonderlijke algemene bepalingen en komt met twee suggesties voor de bijlagen, namelijk een proces-verbaal van oplevering en een plattegrond/ tekening (indien het gehuurde een parkeerplaats betreft). Het model bevat geen (standaard) considerans, maar die kan uiteraard toegevoegd worden.

Het model is van toepassing op de verhuur van een zelfstandige autobox (garage) en een aangewezen parkeerplaats. Met zelfstandig wordt bedoeld dat de verhuur van de autobox of parkeerplaats niet gekoppeld is aan de verhuur of gebruik van een ander huurobject zoals woonruimte of 290 bedrijfsruimte. In dat laatste geval, valt de parkeerplaats onder dat andere huurregime. Met de aanduiding aangewezen probeert men weg te blijven van de discussie (over zwerfplekken) die collega Midas in zijn bijdrage van deze nieuwsbrief behandelt.

Indien de autobox of parkeerplaats zich in een gebouw bevindt, valt de huurovereenkomst onder het huurregime van 230a bedrijfsruimte. Bij een parkeerplaats in de buitenruimte, zullen alleen de algemene regels van het huurrecht van toepassing zijn. In de regel is dit model primair geschikt voor het gebruik van een autobox of parkeerplaats (door een particulier). Dat wordt onder meer duidelijk bij artikel 19 waarin rekening is gehouden met Europese consumentenregels in geval van boetebedingen. Ook is de handleiding toegankelijk geschreven. Dat neemt niet weg dat het model uiteraard ook door niet particulieren gebruikt kan worden, maar wees alert indien de parkeerplaatsen dienstig zijn aan een andere gehuurde ruimte!

In chronologische volgorde zien de artikelen op de volgende onderdelen:

Nieuw is de aandacht voor elektrisch rijden. In de toelichting staat in de handleiding over artikel 9: “In de artikelen 9.2 t/m 9.6 is met het oog op toekomstige regels op het gebied van verduurzaming van vastgoed een regeling opgenomen voor het geval de verhuurder het gehuurde gedurende de huurovereenkomst van een elektronisch laadpunt wil voorzien of het gehuurde zodanig geschikt wil maken dat de huurder het van een dergelijk laadpunt kan (laten) voorzien. In de betreffende artikelen is in dat verband niet alleen opgenomen dat de huurder de daarmee gepaard gaande werkzaamheden dient te dulden, maar ook wanneer de laadpaal tot het gehuurde gaat behoren en welke gevolgen dat heeft.” Artikel 17 is opgenomen ter voorkoming van ondermijnende activiteiten vanuit het gehuurde. Het gaat dan om controle en inspectie van het gehuurde. Tot slot is er nog aandacht voor de Algemene Verordening Gegevensbescherming in artikel 20. 

Met deze update heeft de ROZ ingespeeld op recente ontwikkelingen. Het wachten is nu op een update van een van andere standaardmodel huurovereenkomsten die in praktijk naar mijn bescheiden mening veel vaker en intensiever gebruikt worden. De ROZ publiceert weliswaar tussentijds aanvullende tekstvoorstellen (denk aan label C en ondermijnende activiteiten), maar een algehele revisie kan op zijn tijd natuurlijk geen kwaad. Voor degenen die ook het tekstvoorstel met betrekking tot ‘toegang en controle’ (ter voorkoming van ondermijnende activiteiten) voor 230a bedrijfsruimte gemist mocht hebben (op te nemen onder de bijzondere bepalingen van artikel 11):